De telefoon gaat in de auto als ik onderweg ben naar huis. Het is A, om nog even na te praten over de bijeenkomst van die ochtend. Terwijl ik thuis de straat inrijd, is de parkeerplaats nog helemaal leeg. Dus ik zet mijn auto een beetje ‘breed’ neer. Doe de motor uit. En praat op mijn gemak nog even in de auto verder.
Ooghoek
Terwijl mijn hand de TomTom uit de oplader trekt om op te bergen, zie ik in mijn linker ooghoek ineens een meneer op een fiets naast mijn portier staan. Hij staat rustig op zijn gemak naar me te kijken, half over het stuur van zijn fiets gebogen. Het is een beetje een gekke gewaarwording. Hoe lang staat hij daar al? En ik zeg tegen A: “Ik word hier bekeken door een duister figuur op een fiets”. “Ja, maar wie is dat dan, en wat wil hij van je?”, vraagt A.
Open
Ik doe het portier open. Zeg tegen A: “Blijf even aan de lijn hoor”. En vraag aan de meneer: “Kan ik u ergens mee helpen”? “Nou, ik wil u iets vragen”, zegt hij. En ik verontschuldig me: “Sorry, maar ik zit midden in een gesprek, en dat wil ik even afmaken”. Hij knikt begrijpend. Ik doe het portier dicht. En iets in mij verwacht dat hij gewoon op zijn fiets zal stappen en weg zal gaan. Maar dat doet hij niet. Hij blijft naast de auto over zijn fietsstuur hangen. Mijn hele verdere telefoongesprek lang.
Vermist
Ik zeg gekscherend tegen A: “Nou, onthoud het, het is nu 16.03 uur, als je morgen leest dat ik vermist ben, dan weet je dat ik werd opgewacht door een sjofele ongewassen man op een fiets”. En we lachen wat. Ik maak het gesprek rustig af en stap even later wat ongemakkelijk en zichtbaar de auto uit. Hij staat inmiddels op gepaste afstand. Ik loop naar hem toe en kijk hem aan.
Aandacht
“Waar ik nu eigenlijk wel benieuwd naar ben, vraag ik hem, is waarom je zo lang bij mijn auto hebt staan wachten”. Hij lacht wat verontschuldigend. En dan zie ik iets in zijn ogen dat me uitnodigt tot een nieuwe vraag. “Hoe gaat het met je?” En dat is kennelijk een vraag die hij niet verwacht, die hem niet vaak wordt gesteld. Want hij kijkt me aan, alsof ik hem door mijn aandacht een cadeautje geef. Zijn bruine ogen krijgen een warme blik en er ontstaat zomaar een mooi gesprek. Hij, half hangend en ongewassen over zijn fiets, en ik met mijn hele bedrijf in de zware tas die aan mijn schouder hangt. Hij vertelt het verhaal van zijn leven. Zonder slachtofferrol, zonder verwijten naar deze of gene. Gewoon, zoals het is.
Onzichtbaar
En natuurlijk weet ik dat hij een zwerversbestaan leidt, en dat hij geld nodig heeft. Voor de opvang. Of om iets te eten, te drinken, of te roken. Maar het is fijn om van mens tot mens te praten, zonder dat er een oordeel tussen ons zit. En dat je mekaar oprecht in de ogen kunt kijken. Maar mijn tas gaat trekken aan mijn schouder, en ik wil mijn dag afsluiten en naar binnen. Ik pak mijn kleine knipje met muntjes, speciaal voor een gelegenheid als deze. Keer de inhoud ervan om in zijn hand en neem afscheid van hem. We hebben bijna een uur staan praten. Als ik de trap op loop, kijk ik nog even over mijn schouder. Hij is in geen velden of wegen meer te zien. Onzichtbaar en rap, die zwervers.
Tip
Niemand vindt het fijn om ontzichtbaar zijn. Genegeerd te worden, over het hoofd te worden gezien. Een goed gesprek of een goed contact blijft lang bij je, maakt indruk, of voelt als een cadeautje. Aandacht is het grootste cadeau dat jij jouw publiek kunt geven. Maar buiten op straat werkt het ook goed….:-).
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren, met aandacht voor jouw publiek? In mijn boek dat de Boekgoud Publieksprijs 2017 heeft gewonnen, deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Lees er meer over in ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.