Het is in één klap hardstikke donker. Ik zie geen hand voor ogen. Binnen no time valt de warme vochtige hitte als een deken over me heen. En ik voel wat stress opkomen. ‘Verdomme, denk ik, de airco houdt er mee op’! Ik loop op de tast naar het balkon. Stoot mijn knie tegen de tafel. Doe de deuren open. Buiten is het vochtig warm, en aardedonker. Maar dat is het in Abidjan wel vaker. ‘Het zal zo wel weer aangaan’, denk ik hoopvol en doe de deuren weer dicht. Ga op zoek naar een zaklamp, of wat kaarsen. En wacht dan tot de stroomstoring weer is verholpen. Of het noodaggregaat wordt aangezet.
Drie uur later
Na drie uur is het nog steeds aardedonker in huis. Het is heel benauwd en het zweet drupt langzaam langs mijn nek omlaag. Ik besluit mijn collega die vlak in de buurt woont even te contacten via de Walkietalkie. ‘Is het bij jou ook zo donker’, vraag ik haar. “Nee hoor, zegt ze, hoezo”? En dan besef ik dat ik uren in de duistere broeierige benauwdheid heb gezeten terwijl ik ook gewoon even de schakelaar in de stoppenkast had kunnen omzetten.
Wezenloos
Daar moest ik afgelopen woensdag aan denken toen de stroom in Rotterdam Noord eruit lag. Van het ene op het andere moment zit ik in het aardedonker achter een PC die niet meer wil. De verwarming houdt er mee op, de internetverbinding ligt eruit en ook de vaste telefoon houdt het voor gezien. Eén groot zwart gat. Ik zit een moment een beetje half wezenloos in de duisternis om me heen te kijken. Want je verwacht het niet, hè, in Rotterdam. Alsof je teruggaat in de tijd ofzo.
Blackout
Dan sta ik op en loop naar het raam. Het lijkt een complete black-out. Geen straatverlichting, geen verkeerslichten, niks. En app ik gelijk de buurvrouw, want ik ga natuurlijk niet weer drie uur voor noppes zitten wachten. “Zit jij ook zonder, buuf”? Zij, twee tellen later: “Nee hoor, bij mij doet alles het”. En ik denk: ‘Oh, echt’? Draai me om en loop naar de stoppenkast, op zoek naar bewijs. Maar het ziet er allemaal goed uit. Ik pak er gelijk wat kaarsen uit. Loop dan met de kaarsen in mijn hand weer naar het raam, want daar liggen de lucifers. Vloek even stevig als ik met mijn kleine teen tegen de stoel oploop. Kijk dan om het hoekje van de erker naar buiten, naar de ramen van de buuf. En zie haar kaarsjes. ‘Geintje’, appt ze. Drie uur later floept het licht weer aan.
Tip van vandaag:
Als je als spreker een blackout krijgt kun je voor een volgende keer leren uit die ervaring. Zelfreflectie en relativeringsvermogen helpen daar goed bij. En het inzicht dat het licht altijd weer aangaat.
Vraag voor de lezer:
Weet jij eigenlijk wel waar jouw ‘kaarsen en lucifers’ liggen als jij een blackout krijgt?
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren? In mijn boek deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Je kunt een gratis voorproefje van ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’ downloaden op de site.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.