Het is nog vroeg in het vakantieseizoen als een collega/vriendin en ik op weg gaan voor een korte vakantie in Normandië. Het is eind april 2005, we hebben net een groot project afgerond en we hebben wel recht op een paar dagen bijkomen in een huisje in Deauville. We kennen mekaar dan nog wel niet zo heel goed, maar hebben er alle vertrouwen in.
Zijvak
Ik haal haar op in Den Haag, en omdat zij geen rijbewijs heeft zal ik het hele stuk rijden. Ik heb een route uitgestippeld op de kaart – TomTom moet nog groot worden – en als ik die aan M geef, steekt ze ‘m zonder te bekijken naast haar in het zijvak. We gaan opgewekt van start en tot aan de Belgische grens gaat alles eigenlijk wel goed. Het is niet zo druk op de weg en de route ligt dan nog wel voor de hand.
Opties
“Welke grote stad ga ik volgen na de grens?”, vraag ik aan M. Het is de eerste keer dat ze de kaart uit het zijvak pakt. En niet kan vinden waar we zitten. “Waar zijn we eigenlijk?”, vraagt ze alsof ze net wakker is geworden. Na wat gestress heen en weer komt ze tot de conclusie dat de opties op de kaart er volstrekt anders uitzien dan het aanbod op de weg. En besluit dat de kaart niets toevoegt. De sfeer is de auto komt ietsjes onder druk te staan. Ik besluit dan maar door te kachelen in de hoop dat we gaandeweg nog wat aanknopingspunten vinden om te zien waar heen moeten.
Kolossaal
Na een tijdje doemt er ineens vanuit het niets een kolossaal en ontzagwekkend hoog bouwwerk voor me op. Alle rijbanen leiden er naar toe. ‘Le Pont de Normandie’. Ik kan er nergens af. Er is geen andere weg dan recht vooruit. Dit had ik niet voorzien, dit had ik niet ingepland. Mijn hart gaat sneller slaan. Ik zie me nog zitten achter het stuur terwijl ik probeer een uitweg te vinden, mijn ogen links en rechts zoekend naar een alternatief. Maar dat is er niet. Ik moet die brug op.
Stress en paniek
En dan begint mijn gevecht met mijn hoogtevrees. Mijn handen plakken aan het stuur. Mijn bijrijder vraagt aan me wat er is. “Ik heb hoogtevrees, zeg ik, dus ik vind dit echt vreselijk”. Ze lacht me keihard uit. “Stel je toch niet zo aan, zegt ze, het is maar een brug hoor”. Terwijl mijn auto ons de brug oprijdt krijg ik het warmer en warmer. Ik zie de afgrond aan mijn linkerkant steeds dieper worden. En het is ook net alsof mijn auto daar steeds naar toe wil. M heeft op dat moment besloten dat het leuk is om me met mijn aanstellerij te pesten. De sfeer in de auto wordt grimmiger en mijn stress neemt toe. Vechtend tegen het opkomend gevoel van paniek probeer ik me er overheen te zetten. Het lukt me niet.
Kenteken
Dan spotten mijn ogen een Nederlands kenteken. Vlak voor me. En plakt mijn brein zich als een reddingsboei vast aan de letters en cijfers, die ik eindeloos in mijn hoofd blijf herhalen. Met mijn mantra en ogen gefixeerd op het kenteken sleep ik me de brug op. Mentaal vastgeklonken aan de trekhaak van mijn voorganger. Als ik even later links van me de vaste grond weer zie, ontsnapt een zucht van verlichting. De brug van Normandië, best een mooie constructie maar niet om overheen te rijden.
Tip
Vechten tegen stress helpt niet. Niet op het podium, en niet in de auto. Ze wordt er vaak alleen maar groter door. Acceptatie is een van de manieren om er beter mee om te gaan. En soms kan een reddingboei je er nét even doorheen helpen.
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer en zonder stress kunt presenteren? In mijn boek dat de Boekgoud Publieksprijs 2017 heeft gewonnen, deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Lees er meer over in ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.