Wil je het verhaal liever luisteren en bekijken? Dat kan hier.
Digitaal
Als ik in januari 2013 voor een eerste gesprek bij de bedrijfsarts binnenstap, nodigt hij mij op zakelijke wijze uit om op het stoeltje schuin tegenover hem te gaan zitten. Het is een klein kantoor, en het lijkt precies op de werkplek die ik ‘boven’ heb. Hij schuift achter zijn computer die een kwartslag gedraaid staat. Half over zijn schouder vraagt hij: ‘Hoe gaat het nu met u, mevrouw Diks?’ En zodra ik begin te praten, ratelen zijn vingers over het toetsenbord, om mijn antwoorden digitaal vast te leggen.
Toetsenbord
Ik stop met praten. Zie hoe zijn vingers een moment boven het toetsenbord blijven hangen. Als helikopters, wachtend om iets af te gooien. Mijn stem hapert een beetje als ik de draad weer op pak, en hem vraag: ‘Sorry, maar kunt u mij misschien aankijken? Ik vind het moeilijk om een gesprek met u te voeren als ik alleen uw rug zie’. Ik slik even, terwijl mijn hart als een bezetene klopt. Stug draait hij zich naar me toe. ‘Nou, dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!’ En hij kijkt me licht bestraffend aan.
Sport
Het gesprek wordt hervat. Hij heeft zich noodgedwongen van de PC weggedraaid, maar het gaat allemaal niet van harte. Terwijl hij vraagt wat ik doe met mijn tijd, zo de hele dag thuis, vertel ik hem dat ik het ‘creatieve type’ ben: ‘Schilderen, tekenen, beeldhouwen, dat helpt mij om te ontspannen’. Ik heb mijn zin nog nauwelijks beëindigd als hij vraagt: ‘Doet u aan sport, mevrouw Diks?’. En ik zucht eens diep. ‘Nee, dat doe ik al zo’n kleine 50 jaar niet, en daar ga nu ik ook niet mee beginnen’, zeg ik met een lachje. Zijn blik wordt strenger. Maar gelukkig is het consult voorbij en mag ik weg.
Stroef
Drie weken later kom ik voor consult nummer twee. Zelfde kamer. Zelfde stoeltje. Ik ga zitten. Hij zit achter zijn PC en zijn vingers ratelen weer als vanouds over het toetsenbord. Ik zeg er niks van. Vreet het op. Als ik begin te praten onderbreekt hij me even. En vraagt: ‘Doet u aan sport, mevrouw Diks?’ Ik kijk hem aan, mijn wenkbrauwen hoog opgetrokken. ‘Daar hebben we het vorige keer al over gehad, zeg ik, sporten is niets voor mij’. De toon van mijn stem is duidelijk genoeg: dit onderwerp is afgesloten. Het gaat stroef. Een kwartier voor tijd ronden we af, en ik haast me de kamer uit.
Fonkeling
Als ik drie weken later voor het derde consult kom, zie ik er eigenlijk alleen maar tegenop. Het ritueel herhaalt zich. Tafel, stoel, PC. De irritatie over het toetsenbord komt heftig op. Nog voordat ik wat kan zeggen, draait hij zich naar mij toe, enthousiast haast. En hij zegt, terwijl ik een lichte fonkeling in zijn ogen registreer: ‘Weet u wat u nodig heeft, mevrouw Diks?’ Hij kijkt me aan en alsof hij zojuist het Ei van Columbus heeft ontdekt. En zegt triomfantelijk: ‘Een tennismaatje!’
Een vierde gesprek is er niet meer van gekomen.
Tip van vandaag: Maak contact en benoem het gevoel dat het je brengt
Benoemen van een irritatie of een ongewenste situatie is altijd waardevol. Al was het alleen maar voor uzelf en uw gevoel van eigenwaarde. Dus ook als er tijdens een presentatie, een speech of een optreden iets gebeurt dat u raakt of dwarszit, benoem het. U bent niet verantwoordelijk voor de manier waarop de ander daarmee omgaat.
Vraag voor de lezer:
Heb jij weleens een advies gekregen waar je helemaal niks aan had?
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren? In mijn boek deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Je kunt een gratis voorproefje van ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’ downloaden op de site.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.