Poezen hebben wij thuis altijd gehad. Al van kinds af aan ben ik aan hun eigenaardigheden gewend. Zo hadden we vroeger een grijs gestreepte die altijd op je plek ging liggen als je maar even je hielen lichtte. En bracht een andere halve kikkers mee naar huis om op de mat te leggen zodat je er ’s ochtends vroeg met je blote voet op kon gaan staan.
Lui
Shoppie en Noeska, zo heetten mijn twee katten toen ik op mezelf ging wonen. Allebei bleven ze binnen, want die witte was zo doof als een kwartel en die hoort tram 3 echt niet aankomen. Ze doen bij mij eigenlijk de hele dag niets anders dan lui en warm liggen voor een gaskachel, want het is een oud huis in de Sonmansstraat waar ik dan woon. Hun dagen worden grotendeels gevuld met luieren of slapen, eten uit een bakje en de boel een beetje schoonlikken. Behalve op die ene dag.
Driftig
Als ik opsta is het al een beetje vreemd dat er geen huisdier voor de slaapkamerdeur zit om me wakker te piepen. Ik loop de trap af naar de tweede verdieping, maar nog steeds geen levende ziel te bekennen. Als ik naar de kleine koude keuken loop om koffie te zetten, hoor ik drukte en gerommel in de kamer-en-suite. Een driftig soort gedribbel, van veel poezenpootjes. Alsof er een wedstrijd gaande is? Maar verder komt er geen gemiauw of gekerm aan te pas. Alleen maar druk gedribbel. Wonderlijk. Ik kijk door de glas-in-lood schuifdeur en zie twee dikke luie katten als een dolle door de kamer rennen.
Drang
Ik loop om en stap de kamer voorzichtig binnen. Mijn aanwezigheid wordt nauwelijks geregistreerd. Er is enorme drukdoenerij en ik zie al snel wat er aan de hand is. Want alle opwinding komt door een heel klein grijs zacht dingetje, dat in pure paniek alle kanten uitschiet. Ik voel direct een enorme drang om me in de strijd te mengen en het arme diertje te verlossen van klauwende nagels en happende tanden. En het lukt me om het half verdoofde muisje op te pakken. En dat gevoel, dat ik dan heb, dat is haast niet te beschrijven.
Warm hartje
In mijn hand lijkt het alsof er een naakt warm hartje ligt te kloppen. Zo hevig, zo warm en troostrijk dat het me een beetje ontroert. Het hartje klopt ongelofelijk snel en ik doe beschermend mijn hand een beetje dicht. Leg mijn andere hand eroverheen en loop wat ongemakkelijk de trap af naar buiten, naar het groene veldje tegenover mijn huis. Ga door mijn knieën en zet het muisje voorzichtig neer in het gras. Hij zit even versuft, maar schiet dan weg, op zoek naar beschutting. Met een tevreden glimlach loop ik de trap weer op naar binnen. En daar liggen ze, mijn roofdieren, dik en lui voor de gaskachel. Alsof hun leven zojuist niet vreselijk door mekaar is geschud.
Tip van vandaag: Niet alles gaat bij storytelling over groot en dramatisch
Storytelling kan ook over kleine dingen gaan, niet alles hoeft groot en dramatisch te zijn. Ook een klein muisje in je hand, dat je weer even de nietigheid van het leven doet ervaren, is iets dat indruk op je maakt. Het is een moment dat je nooit meer vergeet.
Vraag voor de lezer:
Wat is het verhaal dat jij je nog levendig kunt herinneren?
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren met storytelling? In mijn boek deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Je kunt een gratis voorproefje van ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren‘ downloaden op de site.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.
Een heeeel grote spin en er was niemand ,die ik roepen kon,dus een spuitbus
🙂