Achtentwintig was ik, toen ik in Ivoorkust ging werken en ik had er nog nooit van gehoord. Wist niet waar het lag en wist niet wat een ambassade deed. En ook niet wat het verschil was tussen een residentie en een kanselarij. Ik had gewoon geen idee en het duurde wel even voor ik daar mijn draai kon vinden. Ik kan me nog mijn verbazing herinneren toen een collega na een paar weken aan me vroeg: “Heb jij nou nog steeds geen boy?”
Ring
Op dat moment keek ik haar wat vreemd aan, want ik moest aan mijn oma denken. Als ik bij haar op bezoek ging in het bejaardentehuis aan de Slinge in Rotterdam, dan vroeg ze dat ook altijd. Ik was nauwelijks binnen en dan zei ze: “Ben jij nou nog steeds alleen?” Dat voelde dan altijd als een verwijt, alsof het als 21-jarige toch echt wel tijd werd voor een hypotheek, een gevulde babywagen en een ring aan je vinger. En dan liefst wel in de juiste volgorde …:-). Maar goed, dat bedoelde die collega dus niet.
Fijntjes
Want ze zegt fijntjes tegen me: “Dat weet jij natuurlijk niet, maar het is als je expat bent echt heel gebruikelijk dat je iemand in huis neemt om het huishouden te doen”. Haar manier van spreken bevestigt mijn gedachte dat ‘een boy iets is voor ons soort mensen’, en ik schiet gelijk in mijn allergie. Zeg dus tegen haar dat ik die paar onderbroeken en bloesjes heus zelf wel kan wassen, en dat ik daar echt niemand anders mee ga lastigvallen. Haar wenkbrauw gaat even omhoog. En dan wijst ze mij er op dat als ik een boy in huis neem, ik zeker twee gezinnen aan een beter leven help. En dat geeft voor mij de doorslag.
Kam
En dus begint Kam uit Burkina Faso bij mij in het huishouden. En ondanks het feit dat ik hem regelmatig vraag mijn sokken en mijn onderbroeken niet te strijken, blijft hij dat met volledige overgave doen. Het huis is uiterst schoon, bij alles wat ik vraag zegt hij ‘Oui, Madame’, en iedere middag maakt hij een fantasierijke lunch voor me klaar. Na een tijdje ben ik wel een beetje gewend aan ‘een boy in huis’.
Koffie
Dus als die collega een paar weken later vraagt hoe het gaat, vertel ik haar van zijn overgave om alles te strijken wat er voor handen is. Van het huis dat zo schoon is, en hoe beleefd hij is. En dan zegt ze met een vleugje venijn: “Ik hoor anders van mijn boy dat jouw boy soms uren op een dag koffie zit te drinken in het barretje aan de straat”. Ze gluurt wat triomfantelijk naar me.
Werkverschaffing
Ik kijk haar even aan. “Ach, zeg ik, zolang het huis schoon is en hij tussendemiddag iets eetbaars op tafel zet, vind ik het prima. Of hij daar nu drie minuten of drie uur voor nodig heeft, kan mij niet zoveel schelen”. En ze schiet verontwaardigd uit haar slof. “Nou, dat moet die van mij echt niet in zijn hoofd halen! Ik laat hem iedere week de hoezen van de stoelen en de bank halen om te wassen, en daarna de gordijnen en de vitrage ook. Want hij moet wel bezig blijven, zó zijn we niet getrouwd!”
Tip
Als mensen je vragen of je van de werkverschaffing bent, bedoelen ze daar zelden iets positiefs mee. Het duidt vaak op het doen van nutteloze dingen, van acties die nergens toe leiden en niemand iets opleveren. Een authentiek verhaal als dit kun je heel goed inzetten om aan te geven wat je als leidinggevende van jouw team verlangt. Dus ga op zoek naar jouw ervaring en gebruik storytelling als instrument om jouw team te inspireren!
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren met behulp van storytelling? In mijn boek dat de Boekgoud Publieksprijs 2017 heeft gewonnen, deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Lees er meer over in ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert . Ze mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.