Op oudejaarsdag wacht ik bij tramhalte 25 op een vriendin. Het is een beetje fris en er staat best wat wind, maar het hokje levert net wat meer bescherming. Een stukje verderop staat een moeder met een wandelwagen. Ik schat in dat ze uit Ethiopië komt. Haar kindje ligt te pruttelen en te dreinen, lijkt steeds maar net een fractie van een huilbui verwijderd. Ze leidt haar dochtertje steeds handig af. Maar haar gedachten lijken mijlen ver weg. Alsof ze een beetje op ‘automatische piloot’ staat.
Praatje maken
Ik besluit een praatje aan te knopen en maak contact met haar. ‘Ze ligt lekker te brabbelen, hè’, wijzend op haar dochter. Ze duwt de wandelwagen direct naar me toe, en een stortvloed van onbegrijpelijke woorden valt aan mijn voeten. In mijn hoofd gaan alle radartjes draaien terwijl ik de taal van haar origine probeer te bepalen. Die ik op zeker niet spreek. Zou Engels of Frans kunnen helpen? Spaans of Italiaans misschien beter? Of gewoon maar handen en voeten?
Ongelukkig
Ik besluit tot het laatste, en probeer te ontcijferen wat haar verhaal is. Ze kijkt me indringend en een beetje ongelukkig aan. Tussen alle onbegrijpelijkheid door hoor ik ’tram’ en ‘snel weg’. Ik lach wat en zeg iets van ‘ ja, soms gaat het snel’, maar ik zie dat ze me niet snapt. Even denk ik dat ze misschien de tram heeft gemist, maar dan hoor ik ‘RET weet niet tas’ en ‘politie’. En het verhaal ontstaat vanzelf in mijn hoofd.
Deuren
Ik zie haar in mijn gedachten de tram uitstappen, met de wandelwagen. Haar dochter ligt te schreeuwen en ze probeert haar te kalmeren. Het is druk bij de uitstap en er is niemand die haar even met de wandelwagen helpt. Ze wurmt zich met alles naar buiten en net als ze beseft dat ze haar tas niet heeft, gaan de deuren dicht en rijdt de tram weg. Wat nu? Waar moet ze heen? Bij wie kan ze vragen om haar tas? Ik voel haar onrust en ongemak.
Politie?
Ze kijkt me vragend aan en zegt ‘politie’ en dan een variant van een straat die in de verte iets heeft van de Walenburgerweg. En dat klopt! Daar zit de politie, maar ze weet niet waar het is. Ik zeg tegen haar: ‘1 halte’, en ik wijs naar rechts. ‘3e straat, bij apotheek’. Ze knikt, maar haar ogen staan nog steeds vragend. Ik zeg het nog eens, wijs en tel op mijn vingers: ‘Niet 1, 2 maar 3 straat’. ‘Daar!’ Dan komt de tram. Ze staat abrupt op, knikt even kort en loopt naar de achterste ingang. Ik zie hoe ze – weer in haar eentje – de wandelwagen de tram in hijst. En ik blijf achter met een vaag gevoel. Zou ze me echt hebben begrepen? En heb ik haar ook echt begrepen? Zal ze het politiebureau vinden?
Tip : Luisteren helpt
Misschien herken je het wel. Zulke momenten waarbij je het gevoel hebt dat je langs elkaar heen zit te praten. Je doet alle moeite maar jouw boodschap komt maar niet helder bij de ander binnen. En je probeert het nog eens. En nog eens. Maar geen effect. Dan moet je alle zeilen bijzetten en goed luisteren. Je antenne op zetten. Goed kijken wat je ziet. Radar aan. Alle opties overwegen. En dan inzetten wat het beste werkt, je handen en voeten bijvoorbeeld. Oh ja, en je stem natuurlijk!
Vraag voor de lezer:
Hoe luister jij naar een ander?
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren? In mijn boek deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Je kunt een gratis voorproefje van ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’ downloaden op de site.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.