Die autodroom, die had ik weer vannacht. En hij volgt altijd hetzelfde patroon. Ik ben met panische energie op zoek naar mijn auto, die niet meer staat waar ik hem heb geparkeerd. Het ene na het andere enorme parkeerterrein loop ik af, langs eindeloze varianten van mijn zwarte auto die nét niet de mijne zijn. En als ik ‘m dan, uitgeput na alle omzwervingen, ergens op een achterafje terugvind, dan zitten er deuken in, zijn de wieldoppen eraf of is er een ruit ingeslagen.
Moller
Het komt allemaal door dat schadebedrijf. Dat weet ik zeker! Want ik woon echt niet in een ruige buurt, ofzo. Maar Moller met een umlaut, die heeft het gedaan. Want daarvoor had ik die droom nooit! Ik zal het even uitleggen. Voordat ik mijn huidige FIAT kocht, heb ik een zwarte Peugeot 206cc gehad. En om een of andere reden vonden andere weggebruikers het gewoon heel fijn om daar achterop te rijden. Want dat is maar liefst drie keer gebeurd.
Niet op eigen kracht
En mijn auto ziet er na die derde keer niet al te best uit als een 92-jarige autobestuurder in volle vaart achterop is gaan zitten. Hevig overstuur was die meneer, dat weet ik nog wel, want hij zat helemaal te trillen en te beven. En omdat er van alles bij bungelt aan mijn auto, lukt het niet om op eigen kracht naar de garage te rijden. Dus komt er een bergingsmaatschappij aan te pas die de auto naar Moller brengt. Want dat is kennelijk de afspraak. En dan begint de nachtmerrie pas echt.
Goedemiddag!
Want ik bel de garage. Niet direct natuurlijk, maar wel de volgende middag omdat ik graag wil weten wat er mis is met mijn auto. Ik ben tenslotte de eigenaar. En ik krijg een meneer aan de telefoon. “Goedemiddag, zeg ik, ik ben de eigenaar van die zwarte Peugeot 206cc die gisteren bij u is binnengebracht. Kunt u mij misschien vertellen wat er met mijn auto gaat gebeuren?”. Er wordt even stevig in de hoorn gegromd. En dan zegt ie nors: ‘Dat gaat tussen ons en de verzekeraar, mevrouw’.
Verbouwereerd
Ik val even stil. Is het een gekke vraag die ik heb gesteld…? Want ik snap het echt niet. Het is mijn auto, dan mag ik daar toch wel naar vragen? Dus dat doe ik nog een keer. Maar dat is voor die meneer aan de andere kant dus hét moment om alle remmen lost te gooien. Nog voor ik besef wat er gebeurt maakt hij me uit voor alles dat lelijk is, terwijl hij eindigt met iets dat rijmt op “eikerd”. En hangt gewoon op! Ik zie me nog zitten met die telefoon in mijn hand, totaal verbouwereerd, kijkend naar het schermpje. En omdat nu mijn temperatuur ook is gestegen, bel ik terug. Maar er wordt niet opgenomen.
Patroon
En dan bel ik mijn vader en doe mijn relaas. In geuren en kleuren vertel ik hem verbaasd en ontstemd wat er is gebeurd. “En dan hangt ie gewoon op!”, roep ik nog in de hoorn. Mijn vader blijft uiterst kalm en zegt dat hij dan wel even belt met de Moller. Ik hang op. Tien minuten later belt hij me briesend terug. Mijn vader! Die als superlatieven woorden als ‘wel aardig’ en ‘niet fijn’ gebruikt, blaast zijn zojuist opgedane ervaring in mijn oor. “Hij zei tegen me: ‘Het is duidelijk uw dochter, want gezeik zit absoluut in uw familie’. En toen hing ie gewoon op!”. Schadebedrijf Moller, daar droom ik nog wel eens van.
Tip
Dit is natuurlijk een wat extreem voorbeeld van een patroon, maar we hebben het allemaal, een voorkeursmanier van communiceren. Soms kun je lelijk vastzitten in een patroon, ook als je presenteert. Dan doe je steeds hetzelfde, ook al werkt het niet voor je. Herken je dat? Dat patroon kun je doorbreken met een andere presentatiestijl.
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je patronen kunt doorbreken en blijer kunt presenteren? In mijn boek dat de Boekgoud Publieksprijs 2017 heeft gewonnen, deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Lees er meer over in ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.