Ik kijk naar buiten en ben best een beetje zenuwachtig. Het is spannend, mijn eerste rijles. Reikhalzend kijk ik uit naar de komst van de lesauto. Maar er gebeurt voorlopig nog niks in de straat. Uiteindelijk rijdt twintig minuten later dan afgesproken de leswagen voor.
Te laat
Ik sprint naar beneden. Schud de instructeur de hand en zeg: “Goedemiddag, u bent te laat”. Waarop hij zegt: “Deze straat staat niet in de plattegrond”. En ik kijk hem even verbaasd aan, want het deel van de wijk waarin ik dan woon staat al overeind sinds de Tweede Wereldoorlog. “Oh, zeg ik met een lach, maar hij bestaat toch echt, want ik woon hier al vijf jaar”. En zonder dat er bij hem een lachje vanaf kan houdt hij vol dat de Sonmansstraat niet geregistreerd staat. Nou ja, denk ik, laat maar, en kruip achter het stuur.
Eenentwintig- tweeëntwintig
Hij geeft me nauwelijks instructies en ik start voor de eerste keer een auto. Rijd voorzichtig weg. Mijn rij-instructeur zit zwijgend naast me. Geen praatje, geen geruststelling, niks. En als ik naar links of rechts moet, geven alleen zijn handen op het dashboard aan welke richting ik moet nemen. Meer niet, hij zegt er niks bij. En na een paar keer begint het me een beetje te storen dat ik uit zijn wapperende handgebaren moet opmaken waar ik heen moet. Na een kwartiertje volledige stilte in de auto zegt ie ineens, vanuit het niets: “Eénentwintig- tweeëntwintig”. Ik schrik me de pest. Kijk hem zijdelings aan. Wat bedoelt hij daarmee?
Vermoeid
Maar hij licht zijn opmerking niet toe en ik trek weer op, tot het volgende stoplicht. Hij zegt weer: “Eénentwintig – tweeëntwintig”, maar nu nadrukkelijker, alsof hij zich zit op te winden. En ik vraag geïrriteerd: ‘Wat bedoelt u daar nou mee?’ Uiterst vermoeid legt hij uit dat ik de koppeling niet te vroeg moet intrappen. ‘Dat kunt u dan toch ook gewoon zeggen’, zeg ik. Waardoor de temperatuur in de auto nog een paar graden daalt.
Te gek
Als we weer bij mijn huis zijn aangekomen gaat het mopperend in mijn hoofd: ‘Lekker is dat, eerst te laat komen, dan zitten zwijgen, dat gedoe met die handen op het dashboard en dan ook nog die ‘éénentwintig- tweeëntwintig’, dat wordt me toch echt te gek’. Als ik de motor afzet zeg ik tegen hem: “Het lijkt me beter dat we onze samenwerking niet voortzetten. Ik heb niet het idee dat we elkaar begrijpen”. En hij kijkt naar me en zegt met een nukkige blik: “Dat wist ik al toen ik uw straat inreed, juffrouw”.
Tip van vandaag: Schenk aandacht aan jouw introductie voor die goede eerste indruk
Het brein vormt zich in de eerste paar seconden een mening over een persoon of een situatie. Dus schenk aandacht aan dat eerste moment als je spreekt of presenteert. Hoe wil je door de ander gezien en herinnerd worden? Maar op tijd komen is natuurlijk ook al heel wat…:-).
Vraag voor de lezer:
Als je jouw presentatie voorbereidt, denk je dan wel eens aan de indruk die je wilt maken bij de introductie?
Blijer Presenteren
Wil jij weten hoe je blijer kunt presenteren? In mijn boek deel ik allerlei tips, ervaringen en oefeningen die je direct kunt toepassen. Je kunt een gratis voorproefje van ‘Het Groot ABC voor Blijer Presenteren’ downloaden op de site.
Alle verhalen die op deze site verschijnen zijn eigendom van Dikscommuniceert en mogen alleen worden gebruikt na toestemming vooraf van de eigenaar.